Home / Nieuws 2018 / Corporaties krijgen compensatie voor gasloos maken woningen
18/07/2018

Corporaties krijgen compensatie voor gasloos maken woningen

Verhuurders krijgen compensatie voor de voortrekkersrol die ze op zich nemen in de overgang naar aardgasloos wonen. De verhuurderheffing gaat vanaf 2020 omlaag en wordt uiteindelijk gehalveerd. Dat bevestigt voorzitter Marnix Norder van Aedes, de koepelorganisatie voor woningcorporaties.

Het halveren van de verhuurderheffing was een centrale eis van de corporaties in de verhandelingen voor het klimaatakkoord, dat dinsdag wordt gepresenteerd. De inhoud van het akkoord voor de gebouwde omgeving, een van de vijf onderwerpen van het akkoord, was donderdag al in handen van Cobouw.

Norder is tevreden met het plan de verhuurderheffing te halveren. “We gaan ervan uit dat dat voldoende zou moeten zijn om de opgave te betalen”, zegt hij. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) moeten het klimaatakkoord nog wel doorrekenen. Vervolgens beslist het kabinet erover.

“Ik ben er niet gerust op dat het kabinet geen boter bij de vis doet”, zegt Norder. Om die reden hebben de leden van Aedes vrijdag een motie aangenomen, waarin staat dat corporaties graag willen bijdragen aan het verduurzamen van de woningen in Nederland. Maar dat mag niet ten koste gaan van hun kerntaak, het beschikbaar stellen van betaalbare sociale huurwoningen.

200.000 woningen per jaar

Volgens het regeerakkoord moeten tot 2050 alle woningen in Nederland aardgasloos zijn. Daarvoor moeten de komende drie jaar ruim 100.000 woningen van het aardgas af. Daarna moet het tempo snel omhoog naar 200.000 per jaar. Die getallen komen terug in het einddocument van de sectortafel gebouwde omgeving.

Eerder maakte Diederik Samsom, voorzitter van de zogenoemde sectortafel gebouwde omgeving, al bekend dat woningcorporaties een voortrekkersrol gaan spelen in het aardgasloos maken van woningen. De corporaties bezitten ruim 2 miljoen van de ongeveer 6,5 miljoen woningen in Nederland. Die staan vaak aaneengesloten in blokken, waardoor het relatief makkelijk is grote aantallen woningen op alternatieve warmtebronnen aan te sluiten.

Om dat mogelijk te maken, is een flinke schaalvergroting nodig. In het klimaatakkoord is afgesproken dat bouwbedrijven, warmteleveranciers en installateurs inzetten op een kostenverlaging van 15% tot 50%. Een reductie van de kosten met de helft is mogelijk, stelt bestuursvoorzitter Leen van Dijke van Stroomversnelling, een initiatief voor het verduurzamen van corporatiewoningen.

Industrialisatie

Van Dijke neemt ook deel aan de sectortafel gebouwde omgeving, zoals de klimaattafel officieel heet. Hij wijst erop dat de afgelopen tijd meerdere fabrieken gerobotiseerde productielijnen hebben geopend voor isolatiemateriaal en warmtepompen. Als voorbeeld noemt hij een fabriek van RC Panels in Hardenberg en een project in Heerhugowaard waarbij BAM 55 rijtjeshuizen uit de jaren 70 renoveerde tot nul-op-de-meter-woningen.

Om de industrialisatie van het gasloos bouwen te financieren, is een tenderregeling in de maak, bevestigt Van Dijke. De subsidie moet gaan lijken op de SDE+-regeling voor duurzame energie. Hij vindt het belangrijk dat de subsidie niet naar de afnemer van de energie, maar naar de industrie gaat.

Om de verduurzaming van individuele huizen makkelijker te maken, werkt de klimaattafel ook aan een model voor zogenoemde gebouwgebonden financiering. Daarbij is een lening voor bijvoorbeeld het isoleren van een huis niet gebonden aan de eigenaar, maar aan het huis zelf. De eigenaar loopt dus niet het risico met de kosten te blijven zitten als hij het huis verkoopt.

Van de woningen die tot 2021 gasloos moeten zijn, krijgt de helft een aansluiting op een warmtenet. De rest wordt aangesloten op warmtepompen, die ook een heel blok van warmte kunnen voorzien. Een deel van de woningen krijgt een hybride warmtepomp, waar ook een cv-ketel aan is gekoppeld.

Bron: Josta van Bockxmeer •  Energeia