Home / Nieuws 2018 / PRINSJESDAG Belastingplan: aardgas duurder, elektriciteit goedkoper
19/09/2018

PRINSJESDAG Belastingplan: aardgas duurder, elektriciteit goedkoper

Het kabinet zet komend jaar een eerste stap in de beloofde verschuiving van de energiebelasting: aardgas wordt duurder en elektriciteit wordt goedkoper. Dat blijkt uit de deze dinsdag gepresenteerde Fiscale vergroeningsmaatregelen 2019.

In zijn pakket Fiscale vergroeningsmaatregelen stelt staatssecretaris Menno Snel (Financiën, D66) voor om per 1 januari het reguliere tarief van de eerste schijf in de energiebelasting voor aardgas met 3 cent per kubieke meter te verhogen. Aardgasgebruik in de glastuinbouw wordt 0,482 cent duurder. Tegelijkertijd wordt het tarief voor elektriciteit met 0,72 cent per kWh verlaagd. Deze maatregelen, vorig jaar aangekondigd in het regeerakkoord, leiden samen tot een structurele extra opbrengst voor het kabinet van €200 mln per jaar.

Minder CO2-uitstoot

“Door de schuif werkt de energiebelasting minder verstorend in de keuze tussen bijvoorbeeld een warmtepomp en een cv-ketel”, schrijft Snel in een toelichting. “De tariefverhoging op aardgas en de tariefverlaging op elektriciteit dragen ook bij aan energiebesparing en leiden per saldo tot CO2-reductie.” Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft becijferd dat de schuif zorgt voor een afname van 2 PJ aan gasverbruik per jaar, en een toename van 0,1 PJ aan elektriciteitsverbruik – in 2030 welteverstaan. Voor de CO2-uitstoot betekent dit een jaarlijks reductie van zo’n 0,1 megaton.

Tegelijkertijd wil Snel de belastingvermindering in de energiebelasting (een vast bedrag dat per aansluiting in mindering wordt gebracht op de verschuldigde energiebelasting) met €51 verlagen naar €257,54. Dit levert de schatkist jaarlijks €410 mln op, een bedrag dat wordt ingezet om de belastingen op inkomens en winsten voor burgers en bedrijven te verlagen. Uit “verschillende analyses van de Oeso” zou zijn gebleken dat een dergelijke verlaging een meer efficiënte maatregel is om huishoudens met lage inkomens te compenseren voor een hogere energiebelasting dan een simpele vermindering.

Lagere verhuurdersheffing

Verder wordt voorgesteld om vanaf komend jaar een vermindering van de verhuurdersheffing voor de verduurzaming van huurwoningen in te voeren – naast een structurele, generieke verlaging van €100 mln per jaar. Deze vermindering levert volgens Snel een bijdrage aan energiebesparing en daarmee aan CO2-reductie doordat zaken als isolatie of duurzame opwek gestimuleerd worden. Het kabinet heeft hiervoor de komende drie jaar €156 mln gereserveerd. In de eerste twee jaar -2019 en 2020- geldt een maximale openstelling van €78 mln per jaar.

Verhuurders die aanmerking willen komen voor de verlaagde heffing, moeten de energieprestatie van hun bestaande woningen substantieel verbeteren. Dat betekent dat een woning minimaal drie zogenoemde Energie-Indexklassen wordt verbeterd, en dat na de renovatie de Energie-Index minimaal op 1,4 uitkomt – oftewel label B. Verder geldt dat hoe hoger de investering en hoe meer ‘indexstappen’ er worden gemaakt, hoe groter de heffingsvermindering. Deze maatregel kan met toestemming van de Europese Commissie tien jaar in stand blijven; na negen jaar heeft een evaluatie plaats.

Afval verbranden wordt duurder

Nog een maatregel uit de Fiscale vergroeningsmaatregelen om de energietransitie te bespoedigen: een verhoging van de afvalstoffenbelasting op het storten en verbranden van afval. Het tarief stijgt van €31,21 naar €31,39 per 1.000 kilo. Volgens staatssecretaris Snel loopt Nederland daarmee beter in de pas met omringende landen, die eenzelfde tarief zouden hanteren. Het kabinet hoopt dat de maatregel ertoe leidt dat het aantrekkelijker wordt om afval te recyclen.

Ten slotte herhaalt Snel dat hij de inversteringsaftrekregelingen voor energiebesparende en milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen EIA, MIA en Vamil voor vijf jaar zal handhaven, tot 2024 dus. Wel wordt het aftrekpercentage van de EIA verlaagd van 54,5% tot 45%. Het belastingvoordeel is dan wel lager, maar “blijft voldoende om ondernemers te prikkelen tot het treffen van energie-investeringen”, aldus de staatssecretaris.

Bron: Energeia, Jeroen Savelkous